Dit verhaal gaat over Annechien Kolk, de mooiste meid van het dorp en ze wist het zelf ook. Met haar vriendinnen Jentien Vriend en Marrechien Veening werden de jongens uitvoerig gesproken en omdat ze niet wilden achterblijven, liet ze zich door Geert Diekman naar huis brengen. “Goed volk”, zei haar moeder, goedkeurend. “Groot boer, dat zal Va ook wel aanstaan”. Op een ander feestje heeft Annechien veel plezier met een andere jongen waar geert erg kwaad om wordt. Daar heeft Annechien geen zin in en maakt het uit met Geert. Al snel krijgt zij verkering met Harm, tot onvrede van haar moeder. “Wat wil ie toch met die Harm. Zoe veule bezunders van volk is 't niet. Ik dachte dat ie as riek boerenmaagien wel wat aans kriegen kunden". Annechien trekt zich er niets van aan.  

Al snel is het Runer markt en de hele Brink staat vol met kermis attributen. Het is een prachtige dag en van heine en ver zijn boeren en veehandelaren naar de markt gekomen om het vee te verhandelen. De flitsende motorrijders van de steile wand zijn toch wel het meest in trek. Wat een feest, wat een geweldige markt. 's Avonds is er dansen in de cafés.

Op het podium spelen de muzikanten met volle overgave. Annechien danst met Harm. Geert drinkt veel en wordt opgestookt door zijn vrienden. Als Annechien met Harm langs danst laat hij haar struikelen. Harm wordt nijdig en verkoopt Geert een dreun. Alle vrienden van Geert bemoeien zich er mee. Al snel ontstaat er een kluwen van vechtersbazen. Opeens roept iemand: “Pas op! Hij heeft een mes”. Als de menigte uiteenvalt ligt Harm daar bloedend op de grond. In allerijl brengen zijn vrienden hem naar het ziekenhuis. Gelukkig overleeft Harm het wel maar hij heeft een lelijk litteken in zijn gezicht: Het Runer Woapen.  

Drie maanden later trouwt Annechien met Harm want hun korte verkering is niet zonder gevolgen gebleven. Hij valt met zijn kont in de boter zeggen de mensen die ervan horen.